Regelmatig komen de Vertrouwenspersonen van de NMv in een aan hen voorgelegde casus aspecten tegen die betrekking hebben op de toevoeging vanuit de Raad voor rechtsbijstand. Meestal betreft dat familiemediations. Voor de door de overheid gefinancierde mediations komen op grond van de inschrijfvoorwaarden van de Raad voor Rechtsbijstand (vooralsnog alleen) MfN-geregistreerde familiemediators in aanmerking., Daarnaast moeten zij voldoen aan extra kwalificaties van de Raad voor Rechtsbijstand.
Van belang is de vraag of de desbetreffende mediator met toevoegingen wil werken? Zo ja, dan gelden de regels van de Raad voor Rechtsbijstand. Zo nee, dan dient de mediator met zijn klanten afspraken te maken over de financiering en betaling. Het komt voor dat de mediator geen waterdichte afspraken met partijen heeft gemaakt. Waterdicht houdt in dat de mediator aangeeft geen zaken op basis van een toevoeging te kunnen, dan wel te willen doen. Het is dan zaak om met partijen overeen te komen dat zij, hoewel de casus mogelijk voor een toevoeging in aanmerking komt, akkoord gaan met het volledig betalen van de kosten van de mediation. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat de voorkeur van partijen uitgaat naar de mediator en/of zijn/haar specifieke bekwaamheid.
Voor mediators die wel zaken op toevoeging doen is het van belang om in geval van twijfel over of een zaak in aanmerking komt voor een toevoeging deze wel altijd aan te vragen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Ook als blijkt dat na afloop van de mediation partijen bijvoorbeeld vermogen verkrijgen. De aanvankelijk verkregen toevoeging komt daarmee te vervallen op grond van de resultaatsbeoordeling. In echtscheidingszaken krijgen partijen bij het indienen van een verzoekschrift korting op het griffierecht in het geval van een aanvankelijk verleende toekenning. De fout die soms gemaakt wordt is dat er bij aanvang van de mediation enig vermogen blijkt te zijn (vaak in de vorm van een eigen huis). Er wordt dan geen toevoeging verleend met alle risico van dien afhankelijk van een verder verloop van de mediation.
Het verkrijgen van een toevoeging is ook aan te raden voor het geval dat de mediation beëindigd wordt zonder resultaat, of vaststellingsovereenkomst.
De Vraagbaak Eigen Praktijk (VEP) ziet ook gevallen voorbijkomen dat de mediator geen toevoeging heeft aangevraagd (bijvoorbeeld omdat die het vergeten is). Gedurende de mediation kan dan alsnog contact worden opgenomen met de Raad voor Rechtsbijstand. Doorgaans verstrekt de Raad in dergelijke gevallen met terugwerkende kracht een toevoeging. Dit is met name van belang als de vergoeding afhankelijk is van het aantal gewerkte uren.
Let op: de mediator mag, als er een toevoeging is aangevraagd dan wel verstrekt is, geen tussentijdse facturen sturen naar partijen.
Soms is het voor de mediator onduidelijk of partijen ‘toevoegbaar’ zijn. Dit kan bijvoorbeeld spelen bij een achteraf te toetsen resultaat met betrekking tot het vermogen. Of dat de Raad voor Rechtsbijstand de aanvraag nog niet – op basis van de daarvoor benodigde Inkomstenbelasting-gegevens – heeft kunnen beoordelen. De mediator kan dan bij het indienen van zijn declaratie bij de Raad voor Rechtsbijstand aangeven de standaardvergoeding te willen ontvangen, ook al wordt de subsidie later voor partijen afgewezen. Dit laatste is ook van belang als de mediator na afloop twijfelt aan de betaling van zijn in te dienen nota. Immers wanneer de toevoeging is afgegeven, mag de mediator niet anders dan de eigen bijdrage (tussentijds) factureren. Wordt de toevoeging achteraf afgewezen dan kunnen problemen ontstaan over de inning van de facturen bij de cliënt.
Naast het bovenstaande komt het voor dat de ene partij wel en de andere partij niet voor een toevoeging in aanmerking komt. Dit kan een bepaalde dynamiek in de mediation geven; van financiële ongelijkheid, of van discussies wie wat moet betalen of om alle kosten bij de partij neer te leggen die in aanmerking komt voor een toevoeging.
Afsluitend: houd altijd rekening met de vraag of partijen wel of niet toevoegbaar zijn en hoe dit verder te regelen? Dit ter voorkoming van onnodige complicaties en om tot de juiste dynamiek tussen partijen te komen. Realiseer je dat de regelgeving met betrekking tot toevoegingen best veel omvattend is.
Zorg dat in de mediationovereenkomst is opgenomen dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor de fiscale gevolgen van de kosten en zaken die voortvloeien uit de mediaton.
Voor vragen staat de Raad voor Rechtsbijstand welwillend ter beschikking. De Raad heeft ook geregeld voorlichtingsbijeenkomsten. De NMv verwijst hier ook regelmatig naar in haar nieuwsbrieven en andere uitingen.
Heb je vragen over een mediation waarbij toevoegingen een element is, en je wilt sparren met de vraagbaak eigenpraktijk of een van de NMv vertrouwenspersonen, benader ons!
Vraagbaak Eigen Praktijk
Paul Wijntje
P.Wijntje@planet.nl – 06-20769174
en vervanger PeteR Clark
Info@pasme.info – 06-22415205